Paragraaf Lokale heffingen

Voortgang activiteiten

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de ontwikkeling van de belastingtarieven en rechten 2024. De gemeentelijke belastingen en rechten zijn een belangrijke inkomstenbron voor onze gemeente. De Onroerend Zaak Belasting (OZB), Toeristenbelasting, Forensenbelasting en Reclamebelasting worden als algemene belastingen gezien.

Korte beschrijving

Terug naar navigatie - Korte beschrijving

Gemeenten hebben een gesloten belastingstelsel. Door de landelijke overheid wordt bepaald welke belastingen de gemeenten mogen heffen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen belastingen die onderdeel uitmaken van de algemene dekkingsmiddelen en heffingen waarbij een vergoeding wordt betaald voor een door de gemeente uitgevoerde taak of verleende dienst.

Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt voor haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vindt plaats in december.

Tot de uitgevoerde taken worden gerekend; de Onroerende Zaak Belasting, Forensenbelasting en Toeristenbelasting. Tot de door de gemeente verleende diensten behoren de Afvalstoffenheffing en de Rioolheffing. Daarnaast zijn er nog de leges als vergoeding voor diverse diensten en taken (burgerlijke stand, reisdocumenten, rijbewijzen, omgevingsvergunning, etc.). De betreffende tarieven moeten in beginsel de gemaakte kosten dekken. Hier geldt het principe: de gebruiker betaalt.

Benchmark woonlasten (COELO)

Terug naar navigatie - Benchmark woonlasten (COELO)

Overleg tussen het Rijk en de VNG heeft geleid tot de publicatie van de benchmarkwoonlasten in de Atlas van de lokale lasten 2024 van het COELO. De benchmark is ingevoerd om jaarlijks de ontwikkeling van de lokale lasten inzichtelijker te maken. Hiermee is afgestapt van de afspraak dat de ontwikkeling van de lokale lasten jaarlijks wordt gemonitord met de macronorm OnroerendeZaakBelasting. De benchmark betreft een vergelijking van de gemeentelijke woonlasten (OZB, Riool- en Afvalstoffenheffing) en de gemeentelijke tariefontwikkeling binnen een provincie. Ook de landelijke en provinciale gemiddelden worden vergeleken. Het overzicht vergelijkt binnen de provincie de tariefswijzigingen per gemeente en het cumulatief bedrag van de drie heffingen per gemeente. De benchmark geeft gemeenten meer inzicht in het eigen beleid ten opzichte van het beleid van andere gemeenten. Deze informatie kan benut worden om het eigen beleid verder vorm te geven.

Hieronder vindt u de grafische weergave van de benchmark voor de provincie Gelderland. In het bovenste deel van de figuur is de mutatie van de woonlasten van 2023 op 2024 weergegeven. In de onderste figuur de hoogte van de woonlasten. Hierbij is ieder balkje opgesplitst in het bedrag dat gemiddeld wordt betaald voor Onroerende Zaak Belasting, Rioolheffing en Afvalstoffenheffing. De doorgetrokken rode lijn geeft in beide onderdelen het landelijke gemiddelde weer, de gestippelde rode lijn het provinciale gemiddelde.

Conclusie:
De conclusie is dat gemeente Ermelo in 2024 in de hoogste regionen van woonlasten van de provincie Gelderland zat.

Jaarlijks wordt de COELO Atlas van de lokale lasten opgesteld. Dit betreft een jaarlijkse monitor van de ontwikkeling van de lokale lasten op macro- en microniveau. Voor onderstaande gegevens is gebruik gemaakt van de COELO Atlas van de lokale lasten 2024. De gegevens hebben betrekking op 2024

Landelijk beeld:
In 2024 is voor de Onroerende Zaak Belastingen (OZB) de WOZ-waarde in peiljaar 2023 als grondslag gebruikt. De waarde van een gemiddelde woning steeg in deze periode 2,8%. Dit betekent echter niet dat huishoudens ook 2,8% meer kwijt zijn aan de OZB. Gemeenten verlagen namelijk hun tarief. Dit jaar verlaagden zij het tarief voor woningen met gemiddeld 2,3%.
Gecorrigeerd voor de waardeontwikkeling ligt het gemiddelde OZB-tarief voor woningen 5,9% hoger dan vorig jaar. 

De gemiddelde Afvalstoffenheffing voor huishoudens stijgt dit jaar met 6,1%.

De gemiddelde Rioolheffing voor huishoudens stijgt dit jaar met 4,8%.
90% van alle gemeenten heft Toeristenbelasting. Gemiddeld kost een hotelovernachting € 3,73 en een overnachting op een camping € 1,93 .

Woonlasten per gemeente

Terug naar navigatie - Woonlasten per gemeente

Woonlasten zijn betalingen die huishoudens doen in verband met wonen. De gemeentelijke woonlasten bestaan uit de Onroerende Zaak Belasting (OZB), de Rioolheffing en de Afvalstoffenheffing. Een eventuele heffingskorting wordt hiervan afgetrokken. De gemeentelijke woonlasten bestaan voor huishoudens met een huurwoning uit de Afvalstoffenheffing en soms Rioolheffing. Eigenaar-bewoners betalen daarnaast ook OZB. In enkele gemeenten wordt van deze bedragen een heffingskorting afgehaald.

In Ermelo bedroegen voor 2024 de woonlasten voor een éénpersoonshuishouden (eigenaar-bewoner) € 1.073 en voor meerpersoonshuishouden (eigenaar-bewoner) € 1.157. Ter vergelijking in Gelderland bedraagt dit gemiddeld € 916 resp. € 997. Landelijk bedragen voor 2024 de woonlasten gemiddeld € 994 voor een meerpersoonshuishouden, waarbij het de hoogste lasten € 1.874 (Bloemendaal) bedragen en de laagste € 731 (Aalten).

Bijlage Woonlasten per gemeente (OZB, Rioolheffing en Afvalstoffenheffing; woning met gemiddelde waarde; na aftrek heffingskorting; euro per jaar per huishouden)

  Eigenaar-bewoner Huurder
Bruto woonlasten 2024

Woonlasten

eenpersoons-huishouden

Woonlasten

meerpersoons-huishouden

Rangnummer

meerpersoons-huishoudens

Woonlasten

eenpersoons-huishouden

Woonlasten

meerpersoons-huishouden

Rangnummer

meerpersoons-huishoudens

Landelijk gemiddeld € 911 € 994   €  362 € 457  
Gelderland gemiddeld € 916 € 997   € 313 € 406  
Ermelo € 1.073 € 1.157 301 € 351 € 435 149
Harderwijk € 811 € 850 41 € 376 € 416 136
Zeewolde € 1.132 € 1.226 315 € 476 € 570 271
Hoogste tarief € 1.770 € 1.988 345 € 419 € 835 347
Laagste tarief € 645 € 675 1 € 16 € 32 1

Bron: Coelo atlas lokale lasten 2024

Het is niet altijd zo dat gemeenten met hoge woonlasten ook veel geld overhouden aan de belastingen die zij van huishoudens innen. Dat komt doordat gemeenten met relatief waardevol onroerend goed binnen hun grenzen een lagere algemene uitkering van het Rijk ontvangen dan andere gemeenten. Gemeenten die binnen hun grenzen veel hooggewaardeerd onroerend goed hebben, ontvangen een relatief lage uitkering. Zij hebben dus hogere woonlasten, of minder bestedingsruimte.

De netto woonlasten geven een indicatie van het bedrag dat een gemeente per huishouden van de woonlasten overhoudt. Deze netto woonlasten zijn gedefinieerd als de woonlasten die er zouden zijn als de belastingcapaciteit niet zou worden verevend. De extra OZB-opbrengst die gemeenten met dure woningen nu nodig hebben om de lagere algemene uitkering te compenseren is van de woonlasten afgetrokken. Bij gemeenten met lage woningwaarden is het profijt van de verevening bij de woonlasten opgeteld. Aalten heeft de laagste netto woonlasten (€ 652), de hoogste netto woonlasten heeft Bloemendaal (€ 1.988). Het gemiddelde in Nederland bedraagt € 994.

Onroerende Zaak Belasting

Terug naar navigatie - Onroerende Zaak Belasting

Landelijk Beleid
Maatstaf OZB: WOZ-waardering en aanpassing rekentarieven

In de Meicirculaire 2023 is de jaarlijkse aanpassing van de gewichten van de verdeelmaatstaf OZB voor het jaar 2024 doorgevoerd. De uitkomst van de verdeelmaatstaf OZB wordt bepaald door de omvang van de WOZ-waarde en een daaraan gekoppeld gewicht, het zogenaamde rekentarief. Er worden drie WOZ-waarden onderscheiden: voor eigenaren woningen, eigenaren niet-woningen en gebruikers niet-woningen. Er zijn daarom ook drie rekentarieven. Door marktontwikkelingen kan de WOZ-waarde sterk fluctueren. Het is staand beleid van het Rijk om voor dat effect te corrigeren, door middel van een aanpassing van de rekentarieven. De correctie is dus op nationaal niveau. Regionale en lokale marktontwikkelingen die afwijken van de landelijke ontwikkelingen werken wel door in de uitkomst van de maatstaf.

Op 1 januari 2024 is een nieuw WOZ-tijdvak begonnen met waardepeildatum 1 januari 2023. Bij de aanpassing van de rekentarieven is door het Rijk de vaste werkwijze toegepast. Het rekentarief wordt naar beneden (of naar boven) bijgesteld om de stijging (of daling) van de OZB-maatstaf als gevolg van de stijging (of daling) van de WOZ-waarde van woningen en niet-woningen ongedaan te maken. De maatstaf groeit wel met de inflatie mee (prijs Nationale Bestedingen, pNB).

De landelijke marktontwikkeling tussen 1 januari 2022 en 1 januari 2023 bij woningen werd, op basis van informatie van de Waarderingskamer, geschat op 2,8%. Voor niet-woningen werd de waardeontwikkeling over dezelfde periode geschat op 3,4%. De inflatie (pNB) in die periode bedroeg volgens de ramingen van het CPB 3%.

Onroerende Zaak Belasting woningen:
De OZB is in 2024 verhoogd met een inflatiecorrectie van 3,5%. De compensatie stijging/daling WOZ-waarde in de tarieven voor de woningen is weer ingevoerd. Inclusief de vastgestelde verhogingen van nieuw beleid en compensatie van het wegvallen van de Precariobelasting is de totale verhoging 3,5%. In onderstaande tabel is uiteengezet hoe de tariefstijging van de OZB woningen in de Meerjarenbegroting 2024-2027 is verwerkt.

Omschrijving 2024
Inflatiecompensatie 3,5%
Totaal 3,5%

 

Onroerende Zaak Belasting niet-woningen (eigenaar en gebruiker)

Terug naar navigatie - Onroerende Zaak Belasting niet-woningen (eigenaar en gebruiker)

Het bij de begroting genomen besluit om de belastingstijging niet-woningen conform de categorie woningen toe te passen is geëffectueerd. Dit betekent een stijging van 3,5%.

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De kosten van afvalinzameling zijn in 2024 volledig kostendekkend, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de btw en met de stand van de voorziening Afvalstoffenheffing. De tarieven Afvalstoffenheffing 2024 zijn verhoogd met 3,5%.

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

De Rioolheffing is gebaseerd op de het Zuiveringskring Afvalwaterketen Plan. De riolering is 100% kostendekkend. Voor- en nadelen verlopen budgettair neutraal door middel van de voorziening Egalisatie riolering.

Klasse-indeling tarief 2024 in €
0 - 100 m3 195
100 - 250 m3 220
250 - 500 m3 245
500 - 1.000 m3 495
1.000 - 2.000 m3 745
2.000 - 5.000 m3 1.495
5.000 - 10.000 m3 2.245
10.000 - 25.000 m3 4.495
25.000 - 50.000 m3 8.995
50.000 m3 en meer 17.995

 

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

Op basis van de notitie Toeristen- en Forensenbelasting is de Toeristenbelasting verhoogt met een inflatiecorrectie van 6,5,%, € 1,66 per overnachting voor campings en € 2,22 per overnachting voor B&B en hotels.

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Forensenbelasting

Met ingang van 2019 is de heffing van de Forensenbelasting gewijzigd van een vast bedrag per object naar een heffing op basis van de WOZ-waarde van het recreatieobject.

Klasse-indeling tarief 2024 in €
€ 0 - € 50.000 362
€ 50.000 - € 100.000 548
€ 100.000 - € 200.000 734
€ 200.000 en hoger 1.102

 

Begraafrechten

Terug naar navigatie - Begraafrechten

De tarieven begraafplaats 2024 zijn verhoogd met een inflatiecorrectie van 3,9%.

Overige legestarieven

Terug naar navigatie - Overige legestarieven

De algemene lijn is volledige kostendekkend, tenzij nadrukkelijk anders is besloten.

Inkomsten lokale heffingen

Terug naar navigatie - Inkomsten lokale heffingen

Een vergelijking tussen de Jaarstukken 2024 en de Jaarstukken 2023 geeft het navolgende beeld van de opbrengsten uit belastingen en heffingen:
Het totaal van de ontvangen belastingen en leges stijgt met € 703.000 (+3,4%).

Naam heffing of leges (bedragen x € 1.000)

Jaarstukken 2024

in %

Jaarstukken 2023

in %
Belastingsoort: ongebonden
OZB eigenaar (woning) 7.163 34% 6.898 34%
OZB eigenaar (niet woning) 2.569 12% 2.355 11%
OZB gebruiker (niet woning) 1.716 8% 1.577 8%
Toeristenbelasting 610 3% 573 3%
Forensenbelasting 1.401 7% 1.338 7%
Baten Reclamebelasting 50 0% 50 0%
subtotaal  13.509 64% 12.791 63%
 
Belastingsoort: gebonden
Verbrede rioolheffing 2.972 14% 2.950 14%
Afvalstoffenheffing 2.492 12% 2.376 12%
Begraafrechten 553 3% 706 3%
Leges vergunningen en kabels 132 1% 132 1%
Leges omgevingsvergunningen/welstand 762 4% 1.003 5%
Leges burgerzaken 593 2% 349 2%
Marktgelden 10 0% 6 0%
Leges openbare orde en veiligheid 29 0% 36 0%
subtotaal 7.543 36% 7.558 37%
 
Totaal 21.052 100% 20.349 100%

 

Kadernota 2024
Basis voor de stijgingen van de belastingen 2024 is de besluitvorming van de raad inzake de Meerjarenbegroting 2024-2027 met betrekking tot de belastingstijgingen 2024 tot en met 2027. In de door de raad vastgestelde Kadernota 2024 is bepaald dat voor het begrotingsjaar 2024 de volgende percentages zijn aangehouden. Nadere verwerking van deze uitgangspunten heeft plaatsgevonden in het raadsbesluit belastingmaatregelen 2024.

Kostendekkendheid Tarieven

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid Tarieven

Naast belastingen, heft de gemeente bestemmingsheffingen, rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt.

Als onderdeel van de BBV 2017 is het voor de paragraaf Lokale heffingen verplicht een overzicht op hoofdlijnen op te nemen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk gemaakt wordt:

  • Hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden.
  • Wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen.
  • Hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.

Voor de cijfermatige berekening van de kostendekkendheid van de heffingen wordt aangesloten bij de in de "notitie overhead" van de commissie BBV opgenomen tabel. Deze berekening moet vervolgens worden aangevuld met een inhoudelijke toelichting over de totstandkoming van de tarieven en de beleidskeuzes die daaraan ten grondslag liggen. Een beleidskeuze die ten grondslag ligt aan de tarieven is dat in principe een kostendekkendheid van 100% wordt nagestreefd. Voor de leges burgerzaken zijn de diverse tarieven gemaximeerd vanuit het Rijk, wat impact heeft op de kostendekkendheid. De kostendekkendheid van de marktgelden wordt nog nader onderzocht. Tegelijkertijd wordt de marktverordening herzien.

Door wijzigingen in de BBV heeft gemeente Ermelo de notitie rentebeleid kostendekkende tarieven opgesteld en vastgesteld bij de Kadernota 2018. Aanleiding hiervoor is de gewijzigde verslagtechnische toerekening van rente aan taakvelden en producten. De notitie rentebeleid kostendekkende tarieven wordt betrokken bij de berekening van de tarieven met ingang van 2018. In 2023 is de notitie Rentebeleid ingetrokken. Dit is gedaan omdat het BBV aanvullende regels heeft gesteld en andere punten uit het rentebeleid in andere beleidsstukken zijn geregeld. Derhalve was de notitie Rentebeleid overbodig geworden.

De kostendekkendheid van de tarieven wordt berekend door het totaal van de netto-kosten per taakveld (exclusief omslagrente) en de toegerekende overhead, inclusief omslagrente en de toegerekende rente op basis van de visie rentetoerekening af te zetten tegen de opbrengst van de heffingen per taakveld.

In onderstaande tabel is de kostendekkendheid in beeld gebracht voor afvalstoffen, riolering, begraafplaats, bouwen, marktgelden, burgeraangelegenheden alsmede openbare orde en veiligheid: 

Berekening van kostendekkendheid van een heffing: 
(bedragen x € 1.000)
Afvalstoffen Riolering Begraven

Omgevings-vergunningen

Marktgelden Burgerzaken Openbare orde en veiligheid
Kosten 2.492 2.972 591 484 68 936 61
               
Opbrengst heffingen 2.492 2.972 553 762 10 593 29
               
Dekkingspercentage 100% 100% 94% 157% 15% 63% 47%

 

Uitgangspunten:
Voor Afvalstoffenheffing betreft dit de heffing inzake het vastrecht en verzamelcontainers, alsmede de Afvalstoffenheffing variabel (Diftar). Voor de brede Rioolheffing betreft dit de heffing bij woningen alsmede de niet-woningen. Voor de begraafplaats betreft dit de leges lijkbezorging, reiniging graven en instandhouding graven.
Conform het raadsbesluit wordt bij het onderdeel inkomsten taakvelden begraafplaats rekening gehouden met de fictieve bespaarde rente op de voorzieningen (€ 21.000).

Conclusies:
De kostendekkendheid voor zowel afvalstoffen als riolering is 100%. Dat zijn de enige percentages uit deze tabel die met zekerheid gezegd kunnen worden. Voor de andere percentages geldt dat de huidige berekeningen van de legestarieven welke ten grondslag liggen aan de legesverordening aan een herziening toe zijn. Middels extra comptabele berekeningen wordt dit, zo goed als mogelijk is, ondervangen waarmee toch de richting van de kostendekkendheid bepaald kan worden, de percentages zelf zijn niet hard. 
De kostendekkendheid van de markt wordt nader onderzocht. Dit is geen onderdeel geweest van het onderzoek in het kader van de legesverordening. In de berekening is extra comptabel rekening gehouden met de kosten van marktmeester, schoonhouden, plaatsen en weghalen van hekken etc.

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Particulieren die aan bepaalde voorwaarden voldoen kunnen, afhankelijk van de persoonlijke financiële omstandigheden, in aanmerking komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Geen kwijtschelding wordt echter verleend voor de leges.

Bij de invoering van Diftar is besloten om personen, die medisch afval hebben (bijvoorbeeld: incontinentie-, stoma of dialysemateriaal), tegemoet te komen in de Afvalstoffenheffing. Hiervoor dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend, voorzien van een medische verklaring van bijvoorbeeld de huisarts, of een rekening waaruit blijkt dat medisch materiaal gebruikt wordt.

In de jaarrekening wordt jaarlijks verantwoording afgelegd over het aantal verleende kwijtscheldingen.

Om de armoedeval voor alleenstaande ouders met een relatief laag inkomen te verminderen, is per 1 januari 2012 voor gemeenten en waterschappen de mogelijkheid gecreëerd om bij de kwijtschelding van lokale belastingen rekening te houden met de kosten van formele kinderopvang. Dit vermindert de armoedeval en maakt werken lonender. Om gemeenten en waterschappen te ondersteunen bij het uitvoeren van deze maatregel is per 2013 structureel € 8 miljoen binnen het gemeentefonds beschikbaar gesteld.

De raad heeft hiervoor besloten, raadsbesluit corsanr. 12080968, om met ingang van 1 januari 2013 over te gaan tot het toepassen van de mogelijkheid om de noodzakelijke kosten voor kinderopvang in aansluiting op de Wet kinderopvang aan te merken als uitgave bij de beoordeling van verzoeken om kwijtschelding.

In de jaarstukken wordt jaarlijks verantwoording afgelegd over het aantal verleende kwijtscheldingen. De kwijtschelding wordt verleend op Afvalstoffen- en Rioolheffing.

Kwijtschelding 2019 2020 2021 2022 2023 2024
Categoriaal (=medisch afval) 17 14 14 14 15 16
Geautomatiseerde kwijtschelding 374 389 382 368 371 349
Overige verzoeken 134 124 123 195 203 86
Totaal 525 527 519 577 589 451

 

In deze tabel zit ook de tegemoetkoming medisch afval verwerkt. Onderstaand staan de verleende bedragen aan kwijtschelding, onderverdeeld naar soort. 

Kwijtschelding (uitgaven x € 1) 2019 2020 2021 2022 2023 2024
Rioolheffing 105.790 107.771 95.948 103.905 89.675 82.011
Afvalstoffenheffing vastrecht + verzamelcontainer 53.330 53.541 55.252 63.596 53.826 51.119
Afvalstoffenheffing variabel Diftar 24.522 32.387 18.341 21.100 34.154 33.529
Totaal 183.642 193.699 169.541 188.601 177.655 166.659